Wege zum Schattenkind


Samenvatting door T.A.
28 juli 2022

Wege zum Schattenkind is een Duitstalig boek, geschreven door Angelika Pokropp-Hippen en verscheen in 2014, met een tweede druk in 2017. De titel heeft betrekking op de vele moeders die, na een abortus, op zoek gaan naar hun kind dat nooit geboren werd. Anders gezegd, de moeder zoekt naar een weg, een manier, om alsnog een relatie op te bouwen met haar ongeboren kind. Deze weg loopt door diepe dalen als depressies en relatieproblemen en is enkel voltooid als de moeder haar kind een plaats gegeven heeft in haar hart en hoopt dat haar kind haar vergeven heeft.

De auteur, Angelika Pokropp-Hippen (1954- 2019) was arts en gespecialiseerd in het behandelen van trauma’s, in het bijzonder trauma’s na een abortus (Post Abortion Trauma, PAS). Zij deed dit onder andere met tekeningen en voorstellingen als gemaakt door haar patiënten (Katathym Imaginative Psychotherapie). Angelika Pokropp-Hippen handelde vanuit haar katholieke geloof en was stellig overtuigd dat al het menselijk leven beschermd dient te worden, dus ook het ongeboren leven. En in het bijzonder de kinderen die tijdens een zwangerschap met een genetische afwijking als het down syndroom gediagnosticeerd worden.


In het boek wordt beschreven hoe moeders na een abortus (vanaf hier moeders genoemd) zich gaan realiseren dat ze niet iets maar iemand hebben verloren. Dan begint een rouwproces dat verergerd wordt door het besef dat ze zelf met de dood van hun kind ingestemd hebben. De moeder voelt zich schuldig aan de dood van haar kind. Ze kan zichzelf niet vergeven. Dit gevoel kan zo intens en zo blijvend zijn dat het rouwproces nooit afgesloten wordt en een trauma ontstaat. De moeder gaat het de vader kwalijk nemen dat hij haar kind niet beschermd heeft, maar juist ingestemd heeft met het doden ervan. De meest essentiële taak van de vader, het beschermen van de moeder en haar kind, heeft hij nagelaten. Het vertrouwen van de moeder in de vader is permanent geschonden.

De moeder (en vaak ook de vader) lijden onder gevoelens van schuld, schaamte en verlangen naar haar kind. Het leven in een gezin mag niet meer mooi en aangenaam zijn omdat het eerste kind niet mocht leven, door haar schuld. Lijden als straf voor wat de moeder fout gedaan heeft.

Het geloof van een moeder in een vergevende God is de belangrijkste hulp om stap voor stap het verlies van haar kind te accepteren. De hoop om in de Hemel haar kind tegen te komen en in liefde met elkaar te kunnen omgaan is een grote steun voor de moeder om de pijnlijke stappen van het rouwproces te kunnen doorlopen en verder te kunnen leven met het verlies van haar kind. Daarbij helpen ook het geven van een naam aan het ongeboren kind en het gebruiken van tastbare symbolen.

In een groot deel van het boek vertellen vrouwen aangrijpend over hun ervaringen, waarom tot een abortus besloten werd en de nasleep er van. In het boek staan gedichten, gebeden en tekeningen door moeders gemaakt. Het duurt meestal lang voordat PAS gediagnosticeerd wordt, slechts nadat de moeder zich uiteindelijk wendt tot professionele hulp. Er is dan al heel veel geleden, zoals een scheiding van de vader, zware depressies, verslaving, een slechte verhouding met eventuele andere kinderen of herhaalde abortussen. Daarom is het onbegrijpelijk dat zo lichtzinnig door vele artsen over een abortus geadviseerd wordt. In de voorlichting voor vrouwen zou juist door artsen verteld moeten worden dat een abortus in de meeste gevallen resulteert in grote psychologische problemen of een trauma.

Ook wordt verteld over vaders die machteloos en in shock meemaken dat hun kind door de moeder gedood wordt. Voor de vader bestaat er geen enkele manier om te voorkomen dat zijn kind gedood wordt. De eigenwaarde van de vader die zijn kind wil beschermen maar daartoe niet in staat is, wordt diep gekwetst en beschadigd. De vader komt in een identiteitscrisis. Deze verwonding neemt de vader vaak mee in een nieuwe relatie.

Moeders vertellen onder andere dat er geen dag is dat ze niet aan hun kind denken, dat de pijn die ze voelen hun hele leven duurt, dat ze hun kind niet beschermd hebben, dat de materiele zorgen die de aanleiding voor de abortus waren later in het niets verdwijnen wanneer ze aan hun kind denken.

Het boek vertelt ook over sessies voor moeders om het trauma te verwerken en groepen die in Duitsland actief zijn om moeders te helpen. Het boek bevat ook een diagnosemethode om te bepalen in hoeverre sprake is van een trauma na een abortus.

“Het schuldgevoel zal er altijd zijn, soms doet het meer, dan weer minder pijn, maar tenminste heb ik bij de therapie geleerd om van dingen te genieten zonder een slecht geweten te ervaren en om weer te kunnen lachen. Maar het diepe verlangen (tiefe Sehnsucht) naar mijn verloren kind zal er altijd zijn.”


Als een moeder dit zegt na de therapie, hoe groot moet haar verdriet en pijn dan wel niet zijn zonder therapie?

Angelika Pokropp-Hippen houdt ook een pleidooi voor het zodanig opvoeden van jonge kinderen dat zij ervaren dat ze altijd kunnen vertrouwen op hun ouders. Uit onderzoek blijkt dat deze kinderen later beter in staat zijn crises in hun leven het hoofd te bieden en minder vaak tot abortus zullen besluiten.

Het leed in cijfers uitgedrukt:
In haar boek refereert Angelika Pokropp-Hippen aan diverse onderzoeken over de kwalijke gevolgen van een abortus voor een moeder.
Zo refereert ze aan een studie uit 1994 van het Elliot Institute in de VS waarin bij 260 moeders in de leeftijdscategorie van 15 tot 35 jaar onderzocht is:

  • 92,6 % leidt aan sterke schuldgevoelens,
  • 88,2 % leidt aan depressies,
  • 82,3 % heeft haar eigenwaarde verloren,
  • 55,8 % denkt aan zelfmoord,
  • 66 % beëindigt de relatie met de vader van haar kind,
  • 40,6 % begint drugs te nemen,
  • 36,5 % vlucht in alcohol.

In Duitsland zijn de afgelopen 30 jaar (dus de periode 1985-2015) circa 8 miljoen ongeboren kinderen gedood (“zo’n samenleving is ziek”) (circa 800 a 1000 kinderen worden gedood per werkdag).
In Duitsland zijn circa 1,2 a 1,6 miljoen mensen (moeders, maar ook vaders) die lijden aan PAS, dus PTSD veroorzaakt door abortus.
Een studie van David Ferguson uit 2006 wijst uit dat één op de twee moeders psychisch ziek wordt.
Een Finse studie uit 1997 wijst uit dat de moeders een drie maal zo hoge neiging tot zelfmoord hebben dan vóór de abortus.
Een Noorse studie uit 2008 wijst uit dat met name jonge moeders op latere leeftijd meer aan depressies lijden dan moeders die hun kind geboren laten worden. Ook de kans dat zij verslaafd raken aan alcohol of drugs is significant hoger dan bij moeders die hun kind wel geboren laten worden.
Het deel van Post Traumatic Stress Disorder (PTSD) in de samenleving dat aan PAS toegeschreven kan worden bedraagt volgens Rachel Yehuda tussen de 6 en 14 % (boek: Risk Factors for Post Traumatic Stress Disorder).

Het Post Abortion Syndrom kan zich op vele manieren uiten

De psychische storingen:

  • Depressies,
  • Slaapstoringen,
  • Nachtmerries,
  • Angst- en paniekaanvallen,
  • Schuldcomplexen,
  • Relatieproblemen: scheiding, over- of onderbeschermen en verwaarlozen van geboren kinderen,
  • Het Post Abortion Survivor Problem bij geboren kinderen in een gezin,
  • Verslaving,
  • Psychoses,
  • Eetstoringen.

Maar ook kunnen lichamelijke problemen ontstaan na een abortus, zoals:

  • Migraine,
  • Rugklachten,
  • Astma,
  • Hartklachten,
  • Maag- en darmklachten,
  • Menstruatieproblemen,
  • Huidziektes.

De auteur geeft ook aan in haar boek dat het tegenwoordig niet meer vanzelfsprekend is dat artsen aan de kant van het leven staan. In de meeste landen worden ongeboren kinderen door artsen gedood, een praktijk die door de Verenigde Naties en andere organisaties eufemistisch aangeduid wordt als ‘reproductive health’, waarbij opzettelijke doding van mensenlevens als deel van de gezondheidszorg gezien wordt. En niet enkel bij het begin van het menselijk leven, ook bij het einde van het menselijk leven wordt op internationaal niveau geprobeerd artsen te verplichten om als helper van de dood te fungeren.


Terug naar Artikelen en referenties naar boeken